Huis Osteoporose Afantasie, wanneer een persoon zich niet kan voorstellen
Afantasie, wanneer een persoon zich niet kan voorstellen

Afantasie, wanneer een persoon zich niet kan voorstellen

Inhoudsopgave:

Anonim

Heeft u ooit iets in uw hoofd gehad, zoals wandelen in een bloemenveld terwijl u geniet van een koel briesje of een loterij winnen ter waarde van tientallen miljoenen? Het voorstellen van de gelukkige dingen die uw dromen worden die niet zijn verwezenlijkt, kan een van uw favoriete bezigheden zijn. Wist je echter dat niet iedereen deze vaardigheid krijgt? Ja, deze aandoening wordt afasie genoemd.

Wat is afantasie?

Afantasie is een aandoening waarbij een persoon niet in staat is om beelden of afbeeldingen visueel in zijn hoofd te creëren. Mensen met afasie worden vaak mensen genoemd die niet het "geestesoog" hebben. Het geestesoog in de hersenen is als een scherm dat een reeks activiteiten laat zien die we ons voorstellen en vol kleur zijn.

Mensen met afantasie kunnen het beeld niet op het scherm projecteren. Deze aandoening is geen lichamelijke handicap of een teken van een bepaalde ziekte, maar eerder een neurologische (neurologische) aandoening die de hersenen aantast zonder ernstige gezondheidsrisico's.

Afantasie werd voor het eerst ontdekt door Sir Francis Galton, een wereldreiziger en antropoloog. Galton was altijd al gefascineerd door menselijke intelligentie en had interesse in het uitvoeren van innovatieve experimenten door de complexiteit van het hersensysteem te analyseren wanneer iemand zich iets in zijn hoofd verbeeldt of inbeeldt.

Galton voerde vervolgens een onderzoek uit om erachter te komen hoeveel mensen zich visueel kunnen voorstellen. Verrassend genoeg toonden de resultaten aan dat 2,5 procent van de Britse bevolking een aandoening had die afantasie wordt genoemd. Met andere woorden, 1 op de 40 mensen kan zich geen fictieve situaties of dingen in hun hoofd voorstellen.

Daaropvolgend meer gericht onderzoek werd in 2005 uitgevoerd door cognitief neuroloog Adam Zeman aan de Universiteit van Exeter. Zeman voerde een onderzoek uit op basis van een rapport van een patiënt waarin stond dat hij het vermogen verloor om iets te beschrijven of zich in zijn hoofd voor te stellen.

De patiënt, met de initialen MX, verloor zijn fantasie na een hartoperatie. Nadat de onderzoekers de resultaten van het onderzoek naar MX publiceerden in het tijdschrift Neuropsychologia, namen 21 mensen contact op met het onderzoeksteam en beweerden dezelfde aandoening te hebben als MX.

Deze mensen deden mee aan een experiment, compleet met een controlegroep. Dit experiment werd uitgevoerd door naar hun hersenactiviteit te kijken met behulp van een fMRI-machine om te bepalen welk deel van de hersenen verantwoordelijk is voor het voorstellen van een bepaald scenario, compleet met een röntgenfoto, gegeven een kleurrijk visueel beeld van hun hersenen.

Wat zorgt ervoor dat een persoon afasie ervaart?

Op basis van de resultaten van het onderzoek vertoonde MX, samen met andere patiënten, verminderde activiteit in de pariëtale en frontale hersenkwabben, die geassocieerd zijn met het abstracte menselijke denken. Dit deel is erg belangrijk bij dagdromen of bij het bedenken van activiteiten. Het grootste deel van de lob is verantwoordelijk voor het opslaan van herinneringen en het integreren van de belangrijkste visuele en reukzintuigen.

Het is in de delen van de hersenen dat de visuele processen van een persoon plaatsvinden. Zodat mensen zich de vorm, smaak, uiterlijk, geur kunnen voorstellen als onderdeel van het visualisatie-effect. Bovendien verwerken de achterhoofds- en slaapkwabben deze informatie en projecteren deze visueel op het scherm van de menselijke geest.

Men denkt dat mensen met afasie problemen hebben in bepaalde delen van de hersenen, zodat ze zich dingen niet visueel kunnen voorstellen.

Mensen met afantasie kunnen nog steeds dromen

Onderzoek heeft echter aangetoond dat mensen met afantasie nog steeds kunnen dromen met een zeer duidelijke visualisatie. Zeman zei dat dit kan gebeuren omdat het deel van de hersenen dat deze aandoening ervaart, het vermogen heeft om een ​​reeks visuele activiteiten te vertonen alleen wanneer een persoon het bewustzijn verliest, namelijk tijdens het slapen. Omgekeerd kunnen de hersenen die bij deze activiteit een rol spelen, bij bewustzijn deze visualisatie niet realiseren.

Meestal zijn mensen die deze aandoening ervaren erg jong, zelfs voor sommige mensen hebben ze deze aandoening sinds de geboorte of wat bekend staat als congenitale afasie. Gelukkig vormde deze handicap geen significant obstakel voor hun overleving. Hoewel sommige mensen zich na verloop van tijd depressief voelen als ze zich de gezichten van hun dierbaren niet kunnen herinneren en beschrijven, vooral nadat die persoon is overleden.

Onderzoek naar afantasie is nog relatief zeldzaam, dus een remedie is niet gevonden. Onderzoekers kijken nog steeds naar de onderliggende oorzaken van deze aandoening, zowel genetisch als psychologisch.

Afantasie, wanneer een persoon zich niet kan voorstellen

Bewerkers keuze